Inleiding door Sibel Edmonds
In een openbare verklaring die is uitgeven op maandag 31 januari (2011, noot vertaler), eisten leden van het 9/11 Family Steering Committee een reactie van de voormalige voorzitter van de 9/11 Commissie over de gecensureerde getuigenis, tegenover de commissie, van voormalig FBI taalspecialist Behrooz Sarshar. De voormalige commissieleden hebben niet op dit verzoek gereageerd.
In februari 2004 verstrekte Behrooz Sarshar specifieke documenten en namen van betrokken getuigen aan onderzoekers van de 9/11 Commissie, inclusief de volledige naam en contactinformatie van de belangrijkste "FBI bron/ informant" in een FBI zaak, getiteld: "Kamikaze Piloten".
Echter, de commissie koos ervoor om niet met deze getuigen in contact te treden of hen te interviewen, inclusief FBI Directeur Robert Mueller. Het uiteindelijke rapport van de Commissie noemde geen enkel woord uit deze gedocumenteerde getuigenis. In hun recent uitgebrachte memorandum ontbreekt het volledige interview zonder dat hiervoor enige verklaring werd gegeven.
De hierna volgende informatie werd verstrekt door de heer Sarshar aan diverse onderzoekers en bureaus van het Congres, hierbij inbegrepen de staf van het Senate Judiciary Committee en leidinggevende Democraat in dat comité tijdens die periode, senator Patrick Leahy; en aan het bureau van het hoofd van het Departement van Justitie. Ik was aanwezig bij zeker vier ontmoetingen waarbij de gesprekken werden opgenomen en gedocumenteerd. Tijdens het werken op het Bureau (FBI, vert.) werd ik over deze kwestie gerapporteerd door niet alleen de heer Sarshar maar ook door een andere getuige uit eerste hand, en zag ik de eigenlijke 302 formulieren zoals opgeslagen bij het groepshoofd van de eenheid (FBI taalspecialisten krijgen een kopie van hun verslagen/formulieren). Verder informeerde ik persoonlijk de onderzoekers van de 9/11 Commissie over de details van deze specifieke zaak, wat is bevestigd door het memorandum van de commissie.
Ik heb alleen gevoelige persoonlijke informatie verwijderd in relatie tot de FBI bron/ informant, en zoals je zult zien iedere verwijdering (door mij aangeduid als S.E.) aangegeven in vet/schuin gedrukt. Afgezien daarvan is de informatie hieronder precies zoals opgetekend door de heer Sarshar tijdens vier gebeurtenissen.
FBI dossiernaam: "Kamikaze Piloten" |
(Dit onderstaand dossier werd opgesteld door Behrooz Sarshar, vert.)
In de vroege jaren negentig huurde het Bureau een Iraanse man als informant, plaatste hem op de loonlijst voor ongeveer vijftienhonderd dollar per maand, en gebruikte hem en zijn informatie in verschillende criminele, contraspionage en contraterrorisme operaties en onderzoeken. Na verloop van tijd bewees deze informant, een man in zijn (leeftijd van informant verwijderd door S.E), die bewezen had buitengewoon geloofwaardig te zijn, en zijn informatie werd betrouwbaar bevonden.
Deze man was het hoofd geweest van SAVAK, Iran's voornaamste inlichtingendienst en contraspionage eenheid tijdens het Sjahregime. Zijn operationele gebied bevatte de Oost en Zuidoostelijke regio van Iran, en de landen die vielen onder zijn verantwoordelijkheid waren Afghanistan, Pakistan en India. Hij verzorgde ook de operaties voor informatiewinning in Sistan en Beloetsjistan, twee semi-onafhankelijke regio's aan de grens met Afghanistan. In tegenstelling met diensten in de V.S. regelde de inlichtingendienst in Iran de meeste, zo niet alle, toezicht en informatiewinnende activiteiten door menselijke spionage (i.t.t. spionage door satellieten of andere technische hulpmiddelen, vert.) . De man, de informant, was zeer goed in wat hij deed; hij had een grote hoeveelheid aan bronnen en informanten verkregen die verspreid waren over de strategisch meest belangrijke gebieden in deze landen.
Onmiddellijk na de Islamitische Revolutie plande hij zijn ontsnapping uit het land. Alle voormalige leden van SAVAK en de militaire geheime dienst waren op de zwarte lijst geplaatst van het nieuwe regime en opdrachten voor executies werden voor hen uitgevaardigd. Hij slaagde erin om Iran te ontsnappen en bracht verschillende jaren door in (Namen van verblijfplaatsen en landen verwijderd door S.E.) waar hij probeerde om een Amerikaans visum te verkrijgen. In de late jaren (Datum van toegang tot de VS verwijderd door S.E. ) slaagde hij daarin en vertrok naar de Verenigde Staten.
Zijn reputatie en faam voor het beschikken over een rijkdom aan bronnen voor informatie wereldwijd had op enigerlei wijze de FBI al in de vroege jaren 90 (rond 1991 – 1992) bereikt. Via een tussenpersoon was het Bureau in staat om met de man contact te leggen en hem te overreden om een informant te worden. Hij werd op de loonlijst geplaatst en begon het Bureau te voorzien van uitzonderlijk bruikbare en betrouwbare informatie. Het Bureau was zo verguld met zijn optreden dat het hem begon in te zetten als zowel een informant als een adviseur/raadgever (asset). Op vaste basis, meestal maandelijks, ontmoetten FBI agenten van de HQ (headquarters, vert.) en de WFO (Washington Field Office, vert.) hem op … en … en… (Ontmoetingsplaatsen verwijderd door S.E.) voor het winnen van informatie en inlichtingen over diverse lopende operaties en onderzoeken.
Omdat de informant niet erg goed Engels sprak en zeker niet vloeiend, namen de agenten vaak, zo niet altijd, een interpreteur, een vertaler mee op deze vaste maandelijkse ontmoetingen. Dit is waar Amin en ik in beeld kwamen. Voor deze sessies wilden de agenten of Amin of mijzelf om hun te vergezellen. Door een compleet toeval gebeurde het dat ik de man bij de eerste ontmoeting herkende van een bijeenkomst die ik regelmatig bezocht. Ik wist waar hij woonde en had zijn telefoonnummer.
Rond het einde van april 2001 werd ik gevraagd om twee special agents van de WFO, Tony en John, te vergezellen bij een ontmoeting met deze informant. We kwamen met hem samen ergens bij de (Ontmoetingplaats verwijderd door S.E.). De agenten en ik werkten aan een bepaald crimineel onderzoek dat onder de rechter zou komen in (Mogelijk gevoelige datum verwijderd door S.E.), en de informatie van de informant speelde een uitzonderlijk belangrijke rol bij het opzetten van deze zaak.
We ontmoetten de informant in een parkachtige omgeving en brachten bijna een uur door met het bespreken van de zaak, het stellen van gedetailleerde vragen, en natuurlijk met het door mij vertalen van de communicatie die heen en weer ging. Toen we eenmaal gereed waren met de sessie en klaar om terug te keren naar de WFO, drong de informant bij ons aan om nog een paar minuten te blijven en te luisteren naar iets zeer belangrijks en alarmerends dat hij recentelijk via zijn bronnen had ontvangen. We keken elkaar aan en gingen op de bank zitten; we waren één en al oor.
De informant zei:
"Luister, ik kwam onlangs in contact met twee extreem betrouwbare lange termijn bronnen, geen van beiden Iranees; één uit Afghanistan; de ander uit de grensregio van Pakistan met Afghanistan. In het verleden verstrekten deze jongens mij, uitgaande van de strak georganiseerde netwerken en groepen die zij konden binnendringen, zeer moeilijk te verkrijgen insiders informatie en geheim materiaal. Zij stelden mij ervan op de hoogte dat een actieve groep Mujahadeen geleid door Bin Laden, opdracht had gegeven om bepaalde doelen in de Verenigde Staten aan te vallen; deze aan het plannen waren terwijl wij erover spraken."
De informant had nu onze volle aandacht. De agenten schenen zeer gealarmeerd, want hun belangrijkste operatie eenheid viel onder de WFO contraterrorisme divisie. Ze vroegen de man te stoppen en het opnieuw te herhalen, en droegen mij op om woord voor woord aantekeningen te maken terwijl ik vertaalde. Zij maakte eveneens aantekeningen.
De informant vervolgde:
"Volgens mijn jongens plant Bin Laden's groep een grote terroristische aanval in de Verenigde Staten. De opdracht is gegeven. Ze vallen aan op grote steden, grote metropolen; zij denken aan vier of vijf steden; New York City, Chicago, Washington DC en San Francisco; mogelijk Los Angeles of Las Vegas. Ze zullen vliegtuigen inzetten om de aanvallen uit te voeren. Ze zeiden dat sommige van de individuen die in de uitvoering zijn betrokken al in de Verenigde Staten zijn. Ze zijn hier in de VS; leven onder ons, en ik geloof dat sommigen in de VS regering hiervan al op de hoogte zijn (ik nam aan dat hij de CIA of het Witte Huis bedoelde)."
Tony, een van de agenten vroeg, 'Zeiden ze wanneer? Gaven ze een specifieke datum? Zeiden ze hoe zij de vliegtuigen gingen gebruiken; bommen of kaping?'
De informant pauzeerde voor een seconde:
"Geen specifieke datum' niets waar zij vanaf wisten. Niettemin zeiden ze dat het algemene tijdsraam werd gekarakteriseerd als 'zeer snel.' Zij denken in de komende twee of drie maanden." Dan voegde hij toe: "Voor zover hoe de vliegtuigen gebruikt gaan worden om aan te vallen; jullie inschatting is zo goed als de mijne. Ik wed dat het bommen zullen zijn; plaatsen van bommen in deze vliegtuigen, wellicht in de vracht, om ze vervolgens boven de bevolkte steden op te blazen."
De agenten knikten en maakten intensief aantekeningen. Ik maakte mijn aantekeningen in Farsi (officiële taal in Iran, vert.); dat deed ik gewoonlijk, om later na terugkeer op het kantoor te gaan zitten voor de woord voor woord vertaling. We stonden op en waren klaar om te weg te gaan, toen de informant bij ons aandrong om dit onmiddellijk te rapporteren en ernaar te handelen:
"Als ik jullie was, jongens, zou ik dit buitengewoon serieus nemen. Als ik nu dezelfde positie had als voorheen in SAVAK, plaatste ik hier al mijn mensen op, rond de klok. Ik kan instaan voor mijn bronnen, hun betrouwbaarheid. Wees zeker dat jullie dit in handen plaatsen van de topmensen op contraterrorisme."
De agenten knikten en dankten hem voor de informatie. We reden terug in stilte. Nadat we de auto parkeerden en onderweg naar de liften, bespraken de agenten de beste persoon bij wie zij deze waarschuwing konden indienen. Zij besloten voor Special Agent in Charge (SAC) Thomas Frields, die leiding gaf aan de WFO Contraterrorisme divisie en die de divisie had geleid die te maken had met de de Iraanse Gijzelingscrisis in de jaren tachtig. Ik herinnerde hen eraan dat, ook al was de informant een Iranees, zijn bronnen dat niet waren, en dat zij zich in Pakistan en Afghanistan bevonden, niet in Iran. Bin Laden was geen Iranees maar een Saoedi. Zij erkenden dat, maar onderstreepten dat Frields de leiding had over Contraterrorisme in de WFO.
Toen we eenmaal in het kantoor waren, ging ik regelrecht naar mijn werkhoek en begon de volledige conversatie woord voor woord te vertalen en typte het in een formeel rapport. De agenten gingen naar hun afdeling en vulden de noodzakelijke 302 formulieren in. Deze formulieren, de 302's, worden door agenten gebruikt bij het rapporteren van informatie afkomstig van bronnen en informanten van het Bureau. De agenten, Tony en John, vulden twee sets in van 302 formulieren; één voor de lopende criminele zaak met de hieraan gerelateerde informatie van de informanten; de ander, voor de waarschuwing, met de oorspronkelijke codenaam "Kamikaze Piloten," als informatie gerelateerd aan Contraterrorisme operaties.
De agenten belden me op mijn toestel en vroegen mij om hun naar de taal-eenheid te begeleiden. Ik liep met hen naar mijn tafel, waar we gingen zitten, aantekeningen vergeleken, en ons rapport coördineerden en afrondden. Ze lieten mij verschillende kopieën maken van het vertaalde rapport om bij hun rapport te voegen. Ik betrok dat ook op mijzelf door van hun 302 formulieren kopieën te maken voor mijn eigen bestand; mijn eigen verslag. Aan het eind van de dag, rond vijf uur, dienden ze de 302 formulieren en mijn vertaalrapport in. Zij dienden het waarschuwingsrapport in bij SAC Frields; met een aantekening, een gele notitiesticker met bovenaan vermeld "ZEER BELANGRIJK: Kamikaze Piloten".
Geen van ons hoorde iets terug van Frields of van de Contraterrorisme divisie. Niemand vroeg om enige follow-up of aanvullende informatie. Twee maanden gingen voorbij. Rond het einde van juni 2001 vergezelde ik de twee agenten naar een andere ontmoeting met de Iranese Informant. Ditmaal ontmoetten we in (Locatiegegevens verwijderd door S.E.)
Na de behandeling van het criminele doelonderzoek; ditmaal alleen … (Specifieke afspraak verwijderd door S.E.), zodra we klaar waren om te keren en te vertrekken, hield hij ons staande:
"Wat deden jullie met de informatie die ik jullie twee maanden geleden gaf?
Rapporteerden jullie het aan jullie bazen? "
De agenten knikten. Een van hen zei: "Ja; we stuurden het op. We leverden het in bij de hoogste man."
De informant was nu één en al aandacht,
"En, gaan ze er iets aan doen? Want, drie dagen geleden hoorde ik opnieuw van één van de twee bronnen in Pakistan. Hij bezwoer dat de aanval onderweg was; op elk moment nu, nog een maand of twee maximaal."
Tony zei: "Ik weet het; ik hoor wat je zegt, kerel, maar hier iets aan doen is niet aan ons. Plus dat we niet genoeg informatie hebben om enige actie te ondernemen. We weten niet wanneer, hoe, of precies waar. Het enige dat we hebben is: Mujahadeen, Kamikaze Piloten, Bin Laden, vijf steden en vliegtuigen. Dat is niet genoeg."
De informant redeneerde:
"Ik heb hierover nagedacht, zelf geprobeerd hieruit wat logica op te maken. De bron mompelde iets over hoge gebouwen. Misschien willen ze het vliegtuig boven sommige hoge gebouwen opblazen, ik weet het niet. Misschien kan de FBI meer details krijgen van de Pakistani, ISI. (ISI is de grootste Pakistaanse inlichtingendienst, vert.). Hebben ze dat geprobeerd? Tenslotte zijn zij jullie jongens, en zij weten hier alles al van."
De agenten begonnen geïrriteerd en ongeduldig te worden, "We moeten gaan, we hebben hier een hoop werk. We hebben alles gedaan wat we konden. We rapporteerden het bij de man die de leiding heeft. Het is nu aan hun."
Toen we omdraaiden en wegliepen, riep de informant in Farsi:
"Waarom bespreken jullie het niet met de CIA? Zij weten het. Vertel het aan het Witte Huis. Laat 'ze' er niet op gaan zitten totdat het te laat is…"
Ik vroeg Tony, "Misschien is het geen slecht idee om dit te delen met andere agentschappen. Wat denk jij?"
Hij rolde zijn ogen, "Niet aan ons Behrooz. Voor zover dit het Witte Huis betreft zullen de HQ jongens (HQ = headquarters, vert.) dit in hun verslagen verwerken. Ik weet zeker dat ze dit al gedaan hebben. Frields is verplicht om alles, wat hij aan contraterrorisme in handen krijgt, te leveren aan de HQ jongens die verantwoordelijk zijn voor de White House National Security Briefings. Hij doet dat altijd. Dus, het Witte Huis en andere agentschappen hebben hierover al gehoord. Laat dit los, man, wil je?"
Dat was de laatste keer dat we deze zaak ooit bespraken voordat de 9/11 aanvallen plaatsvonden. De enige andere persoon die ik het vertelde en de 302 formulieren liet zien en het vertaalrapport, voor 11 september, was Amin (de andere vertaalspecialist, vert.). Daarna, op die dinsdagmorgen op 11 september, kwam alles terug en sloeg me als enkele tonnen baksteen tegen het hoofd.
Die morgen, we hoorden het nieuws, renden we allemaal naar de volgende eenheid om de CNN beelden te zien op de daar geïnstalleerde TV schermen. Zo snel als ik de vliegtuigen tegen die gebouwen zag slaan zei ik tegen mezelf: "Oh mijn God, oh lieve God; hiervoor zijn we gewaarschuwd, zeer gedetailleerd". Ik viel bijna flauw; bleef de woorden van de informant horen. Ik bleef zijn laatste waarschuwing horen waarbij hij ons smeekte om snel iets te doen. En we hebben NIETS gedaan. Nu was het veel te laat. Ik voelde mij misselijk, ik voelde mij ziek.
Een paar minuten later zag ik één van de twee agenten. Ik begon aan mijn weg door de menigte die zich verzameld had voor de TV schermen, honderden mensen, en liep naar de agent. Hij zag me voordat ik bij hem was; onze ogen verbonden zich, wetende ogen; hij dacht wat ik dacht; wij waren hier verantwoordelijk voor. Iemand binnen de FBI zou hiervoor moeten hangen.
Toen ik dichtbij hem kwam vroeg ik, "wat gaan we doen? Wat moeten we nu gaan doen?" Hij schudde zijn hoofd en fluisterde: "Ik weet het niet. Ik kan op dit moment niet eens helder nadenken. Ik weet het niet Behrooz. Wij hebben dit verknald, het Bureau heeft ons land verneukt. Waarom?! O God, wij lieten dit gebeuren". Dat gezegd hebbende rende hij de ruimte uit. Ik ging terug om mijn la te controleren en zeker te zijn dat ik alles had: de 302 formulieren, van beide ontmoetingen, mijn vertaalrapporten; allebei. Ze waren er allemaal.
Enkele dagen later, toen ik voor een opdracht samenkwam met beide agenten en Amin, bracht ik het onderwerp ter sprake. Zij vermeden oogcontact met me. Ik vroeg de agenten wat zij zouden gaan doen, of zij al iets gedaan hadden. Allereerst waren ze ontwijkend. Waarna, nadat ik er op stond, één van hen, Tony, zei: "Luister: Frields riep ons naar zijn kantoor en gaf ons een bevel, een absoluut bevel." Ik vroeg hem wat het bevel was. Hij zei, "wij kregen nooit enige waarschuwing. Deze gesprekken hebben nooit plaatsgevonden; het is nooit gebeurd; punt. Hij zei dit zeer indringend… en dat niemand ooit één woord over deze kwestie zal loslaten. Punt."
###
Het originele artikel: The FBI "Kamikaze Pilots" Case
Volledige special over Sibel Edmonds op Waarheid911
|