OFFICIËLE LEZING LUCHTVERDEDIGING 9/11 ONJUIST
— Excuus van op Koude Oorlog geënte militaire structuur —
Waarom bleven gevechtstoestellen tijdens de aanslagen op 11 september 2001 aan de grond?
Twee dagen na de aanslagen verklaarde kandidaat voorzitter Myers (destijds vice-voorzitter) van de Joint Chiefs of Staff tegenover een senaatscommissie dat de luchtmacht nooit had kunnen voorzien in een massieve dreiging vanuit de lucht afkomstig van binnen de VS. De redenen hiervoor waren divers. Niet alleen de bruutheid was onvoorzien , het onvermogen zou ook zijn gelegen in een nog grotendeels op de Koude Oorlog gebaseerde verdedigingsstructuur, waarbij de focus was gericht op het zoeken van vijanden die de VS van buitenaf naderen. Omdat de Koude Oorlog voorbij was bevonden nog maar weinig luchtmachtbases zich in een staat van directe paraatheid. Op onverwachte binnenlandse aanvallen kon daarom niet effectief worden gereageerd.
Conclusies van deze strekking zijn nadien herhaald door de toenmalige Nationale Veiligheidsadviseur Condoleezza Rice en president George W. Bush . Niettemin heeft Rice na de aanslagen het bestaan moeten toegeven van rapportages waarbij voor dergelijke aanvallen van binnenuit en door veiligheidsdiensten - vooraf - is gewaarschuwd.
Het Witte Huis is echter blijven volharden in de eerdere verklaringen van onvermogen, ondanks het feit dat in het jaar voorafgaand aan de aanslagen 67 toestellen met een koersafwijking of transponderproblemen succesvol en binnen twintig minuten werden onderschept. Een successcore van honderd procent die de vraag oproept waarom het leger toen wel effectief kon opereren.
STRATEGISCHE SITUATIE USAF VÓÓR 9/11
Door overheidsofficials gevoerde argumentaties over het falen van de luchtmacht (op 9/11) die het meest de boventoon voeren, komen neer op het niet voorbereid zijn op nieuwe typen van oorlogsvoering. Een nog op de Koude Oorlog ingestelde defensiestructuur bleek, volgens hen, ongeschikt om adequaat te kunnen reageren op de omstandigheden van 9/11.
United State Air Force (USAF) is de grootste en meest geavanceerde luchtmachtorganisatie ter wereld en beschikt naar schatting over 4300 bemande toestellen. De North American Aerospace Defense Command (NORAD) valt gedeeltelijk onder USAF en gedeeltelijk onder de Canadian Forces Air Command (AIRCOM) . Doel van NORAD is het controleren en beschermen van het luchtruim boven Noord-Amerika. Belangrijk onderdeel van USAF is de AIR NATIONAL GUARD (ANG) , een reserveonderdeel van USAF en beschikkend over ruim 1300 bemande toestellen. ANG kreeg tijdens het afzwakken van de Koude Oorlog en na de beëindiging ervan, door bezuinigingen en hervormingen bij de strijdkrachten, steeds meer actieve taken en wordt tevens ingezet voor defensietaken die vallen onder NORAD. ANG heeft echter ook in het verleden actief bijgedragen tijdens gewapende conflicten.
Quadrennial Defense Review (1997)
(weerlegging van excuus van op 'Koude Oorlog' geënte militaire structuur)
Overzicht Quadrennial Defense Review, mei 1997
Het Amerikaanse Ministerie van Defensie (DOD) presenteerde in mei 1997 de vierjaarlijkse Quadrennial Defense Review (QDR). Dat is een rapport dat strategische doelen en mogelijke militaire dreigingen analyseert. Het is tevens een publiek document dat Amerika's militaire doctrine of wijzigingen daarin beschrijft.
Het jaartal 1997 van de QDR is interessant door het verschijnen in datzelfde jaar van PNAC's Statement of Principles . Dit statement met eveneens doelstellingen over Amerika's militaire doctrine, werd uitgedacht en ondertekend door
kopstukken uit de neoconservatieve lobby die na de periode Clinton macht kreeg in het Witte Huis. De QDR maakt, evenals de Statement of Principles - maar veel concreter, duidelijk dat de Amerikaanse luchtmacht al ruim voor 2001 in staat moest worden geacht om adequaat en snel op plotselinge aanvallen te reageren.
De benoeming van de in 1997 aangetreden Minister van Defensie William Cohen was al opmerkelijk omdat hij Republikein was onder president Bill Clinton (Democraat) . Een kabinet met kruisbestuiving op een politiek zo gevoelige ministeriële post was lang niet voorgekomen. In een "secretary's message" behorend bij de QDR neemt Cohen onder het kopje Where We Are royaal voorschot op zijn ambities:
"(...) het is duidelijk geworden dat we falen in het verwerven van moderne technologie en systemen die essentieel zijn voor onze strijdkrachten om succesvol onze nationale veiligheid in de toekomst te garanderen."
Onder het kopje "Where Are We Going" schetst Cohen verderop:
 |
"(...) We behoeven slagklare strijdkrachten in een wereld van plotselinge gebeurtenissen die veelal vereisen dat onze troepen daar zijn waar het nodig is, zodra het moment daarom vraagt.
Het beleid ten aanzien van 'readiness' (gereedheid) wordt concreter in Sectie VI (eerste alinea) van de QDR, genaamd FORCE READINESS:
"(...) In afgelopen jaren heeft het budgetaire beleidsmanagement van het Ministerie van Defensie 'readiness' expliciet tot topprioriteit gemaakt. De uitdaging van nu is het behoud van deze staat van 'readiness' terwijl gezocht wordt naar besparing en betere procedures." |
Onder "Service Aproaches" komt de Luchmacht aan de orde:
"(...) De Luchtmacht behoud een hoge staat van algehele 'readiness' vanwege de vereiste van snelle respons in de aanloopfase naar grote regionale conflicten of kleinschalige eventualiteiten."
In de volgende alinea: "(...) Verschillen in niveau's van 'readiness' die van deze doelstellingen het resultaat zijn, worden nauwlettend gevolgd om te verzekeren dat ook bij veranderende vereisten bekwaam en flexibel kan worden gereageerd."
Samengevat kan worden gesteld dat Cohen met zijn dringende noodzaak tot modernisering van het leger zijn onbescheiden verlanglijst presenteerde. Dergelijke rapportages legitimeren immers de enorme militaire begrotingen die voor goedkeuring naar het Congres worden gestuurd. Het zegt ook iets over de intentie om technologische superioriteit voor de toekomst zeker te stellen. Het zegt echter niets over een naderend onvermogen om vliegtuigen snel te kunnen laten opstijgen.
Kwesties als snelle inzetbaarheid en flexibele slagkracht staan bovenaan in Cohen's prioriteitenverslag. Die bovenste plek verdedigt hij ook in het licht van structurele veranderingen die in voorgaande jaren omwille van doelmatigheid en kostenbesparing zijn doorgevoerd. Belangrijker voor dit betoog is echter de bevestiging, door Cohen, dat 'readiness' als topprioriteit van met name de luchtmacht, reeds onderdeel is van de dagelijkse praktijk en dat dit zo moet blijven!
We spreken hier over mei 1997.
Alles wijst er op dat de VS op 11 september 2001 gemakkelijk in staat moet zijn geweest om met de toen geldende protocollen en beschikbare militaire infrastructuur ruim binnen de negentig minuten (waarin gekaapte toestellen actief waren) onderscheppingsvliegtuigen in de lucht te krijgen. Uitgaande van het protocol 'highest
possible state of readiness' zou zelfs een reactietijd van enkele minuten vanaf Andrews Air Force Base reëel moeten zijn geweest.
Met het bovenhalen van militaire gegevens zal duidelijk worden hoezeer de retoriek, door woordvoerders van het neo-conservatieve smaldeel in de Amerikaanse regering, afwijkt van realistische beschouwingen. Dit komt pijnlijk tot uiting in de documentaire Press for Truth (video) .
In deze documentaire zien we hoe door de inzet van nabestaanden van slachtoffers van de aanslagen (de Jersey Girls ) Condoleezza Rice zich gedwongen zag om haar benadrukte onmacht over de gebeurtenissen dermate bij te stellen dat ze zichzelf wel moest gaan tegenspreken. Feit is dat er vooraf wel degelijk een aantal concrete aanwijzingen zijn geweest waarbij aanvallen met commerciële vliegtuigen zijn genoemd.
Het verdoezelen van dit soort feiten zal bij hernieuwde, maar ditmaal onder ede geplaatste verhoren ook blijken bij Richard Myers. Hij was destijds aspirant voorzitter van de Joint Chiefs of Staff. In zijn verhoor op 13 september 2001 schreef hij de afwezigheid van de luchtmacht toe aan de zwakte van een verouderde nog op de Koude Oorlog gerichte militaire doctrine (zie elders op waarheid911).
Focus ten onrechte alleen op NORAD
— DCANG, Capital Guardians —
Bij vrijwel elke discussie over de luchtverdediging op 11 september 2001 is de focus gericht op NORAD. Het NORAD-commando o.l.v. generaal Ralph Eberhart besloot alleen gebruik te maken van luchtmachtbases met een alert status en deel uitmakend van de NORAD-commandostructuur, ook al lagen sommige bases aanmerkelijk dichter bij vliegroutes van de gekaapte vliegtuigen. Op aandringen van de Federal Aviation Administration (FAA) , die o.a. vluchtgegevens van de civiele luchtvaart controleert, werd uit Swanton, Ohio, de 180th Fighter Wing geactiveerd. Deze gevechtstoestellen, niet vallend onder NORAD-commando en niet standby, bevonden zich al na 16 minuten in de lucht, maar waren toen al (10.17AM) veel te laat om nog iets te kunnen uitrichten.
DCANG onleent het bestaansrecht aan het permanent beschikbaar zijn voor verdedigende taken in dienst van de hoofdstad. Voor het snelle reactievermogen maakt het geen verschil of het één uit de koers geraakt vliegtuig betreft, zoals in het jaar voorafgaand regelmatig gebeurde, of dat sprake is van doelbewuste en grootschalige terreur. Op elk soort gevaar moet tenslotte worden gereageerd.
Nadat om 9: 03 a.m. een tweede toestel in WTC-2 vloog was er weliswaar contact met Secret Service en maakte DCANG zich op voor gewapende interceptie, maar had het nog zeker drie kwartier nodig om de toestellen met raketten te bewapenen. Toch zou het meer dan anderhalf uur duren [10:42 a.m.] voordat de jagers zouden opstijgen. DCANG, op Andrews Air Force Base gelegen op slechts 16 kilometer afstand van het om 9:37 a.m. getroffen Pentagon, onderhoudt nauwe banden met Secret Service .
Hoe deze onderlinge betrokkenheid precies in elkaar grijpt is militair geheim. Vanwege de directe verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de president, vice-president en familieleden wordt een strikte "no comment policy" toegepast.
Bronnen o.a. HistoryCommons en Aviation Week.
Secret Service staat aan de top van de hierarchie van de strijdkrachten zodra sprake is van een nationale noodtoestand, bron: Crossing the Rubicon.
(Secret Service New York City Field office was gesitueerd in WTC-7) |
Cirkel DCANG, Secret Service en Witte Huis (tijdens aanslagen) was rond
DCANG, verantwoordelijk voor de bescherming van de hoofdstad waaronder Witte Huis, Capitol, Pentagon en Airforce One (het presidentiële vliegtuig waarvan Andrews AFB thuishaven is) stond tijdens de aanslagen in direct contact met Secret Service die op dat moment ook in contact stond met vice-president Cheney in het Presidential Emergency Operations Center (PEOC) onder het Witte Huis. DCANG maakte echter geen deel uit van de NORAD defensiestructuur.
DCANG beschikt over eigen verantwoordelijkheden zoals de noodzaak om bij dreigende situaties boven de hoofdstad directe luchtsteun te kunnen verlenen. Met het militaire protocol highest
possible state of readiness werd dit kracht bijgezet in de missie-verklaring van DCANG. Een dergelijk protocol, niet te verwarren met goede voornemens, komt neer op een strak geleide en nauwgezet omschreven regie die moet uitmonden in de snelst mogelijke respons. Daarbij moet worden gedacht in termen van minuten. Na de aanslagen is de missie-verklaring verwijderd.

Dick Cheney, vice-president |
|
Extra pregnant bij het uitblijven van luchtsteun is dat Cheney gedurende deze kortgesloten contacten kennis had van de nadering van een toestel in de richting van het Pentagon en hierover zelfs van minuut tot minuut werd geïnformeerd. Toch wordt van diverse bronnen bevestigd dat het bevel tot luchtsteun en onderschepping pas werd afgegeven ná de inslag in het juist gerenoveerde en nog vrijwel lege gedeelte van het Pentagon. |
De verwarring die NORAD aanvoert, over het wegwijs worden uit duizenden vliegbewegingen op radar plus een aantal valse verdenkingen (door zogenaamde War Games ), verklaart evenmin waarom kernfaciliteiten in anderhalf uur tijd niet vanuit de lucht konden worden beschermd.
Bronnen: 911Research (incl.verwijzingen)
Getuigenis Minister van Transport Norman Mineta .
Pilots for 9/11 Truth verwerpt officiële verklaring
Enig onderzoek in militaire bronnen toont aan dat de mogelijkheid om boven New York City en Washington D.C. het luchtruim te verdedigen nooit kan zijn lamgelegd door een gedateerde militaire doctrine. Dit wordt bevestigd door een groeiend aantal (ex)militairen die zich organiseren in bewegingen als 'Pilots for 9/11 Truth'.
Zie voor een lijst participanten Patriotsquestion.com.
Hoorzitting Myers 13/09/01 met excuus oude doctrine 
NIEUWSMEDIA MOETEN BEGIN MAKEN 
Mainstream media hebben de jacht op formele antwoorden, naar aanleiding van de vele pijnlijke vragen rond de toedracht van 9/11, nog steeds niet geopend. Oorlogen zijn gerechtvaardigd zonder dat de exacte toedracht van die rechtvaardiging tot op de bodem is uitgezocht. Het zelfcorrigerend mechanisme van de vrije samenleving lijkt niet langer te werken. Zolang over de toedracht van 11 september vragen blijven bestaan zal elke discussie over de War on Terror, de aanpak van moslimextremisme of zelfs de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving, onzuiver blijven.
Emoties over de gevaren van moslimextremisme, met 11 september als afschrikwekkend voorbeeld, bepalen de lading van iedere discussie. Wereldwijd werden ingrijpende veiligheidsmaatregelen opgehangen aan gebeurtenissen die zonder enige openheid zijn geaccepteerd. De 911 Onderzoekscommissie bleek een samenraapsel van de heersende machtselite in Washington en essentiële vragen werden verdraaid of genegeerd. 115 voorbeelden hiervan zijn opgesteld door dr. David Ray Griffin , auteur van het boek The 9/11 Commission Report: Omissions and Distortions. In het Nederlands is van hem verkrijgbaar: 11 september: Een onderzoek naar de feiten. De hoeveelheid informatiebronnen over deze thema's, zowel van hoge kwaliteit als verregaand gezocht, is inmiddels enorm.
Voorzitter geeft partijdigheid en disfunctioneren 911Commissie toe
De identiteitsbeleving van moslims is wereldwijd door de aanslagen beïnvloed. Het gevaar is niet denkbeeldig dat collectief wantrouwen tegen moslims, op grond van gemanipuleerde historische gegevens, een ideale voedingsbodem vormt voor verdere radicalisering, een gevaar dat men na 9/11 juist zegt te bestrijden. Gematigde moslims zullen zonder de ruggesteun van zorgvuldige en betrouwbare informatie het risico lopen om een gestigmatiseerd eigen volk tegenover zich te vinden.
(meer op 9/11 in Perspectief).  |
|