|
---|
De Complotdenker 'Complotdenken' is inmiddels een zo clichématig begrip dat de toehoorder die ermee geconfronteerd wordt, zijn aandacht en scherpte direct laat varen. Begrijpelijk, want wie de uitkomst al in beginsel bepaald heeft (zoals de stereotiepe complotdenker), die voegt voor de luisteraar niets toe. Wie als Complotdenker wordt gelabeld is gedoemd te mislukken. Het complotverslaafde brein wordt hem voornamelijk toegeschreven omdat zijn opinie te sterk contrasteert met het geloof in een stabiele en betrouwbare status quo, waarbij macht en gangbare wijsheden één onwankelbaar geheel vormen. We mogen best kritiek hebben, zolang we geen aanslag plegen op fundamentele onderliggende waarden of overtuigingen. Kenmerkend voor een onderliggend waardensysteem ten opzichte van min of meer geïsoleerde incidenten is dat een vertrouwenscrisis veel bredere consequenties heeft. Het openbaren van een groot bedrijfsschandaal zal kunnen leiden tot schokkende reacties, maar dat is aanvaardbaar want het corrigeert iets dat 'slecht' is, terwijl het tegelijkertijd juist ons vertrouwen in ons geloof, de rechtstaat, versterkt. Maar wanneer de rechtstaat zelf fundamenteel zou worden geschokt door de ernst van enkele samenhangende gebeurtenissen, ontstaat er een situatie waarbij een vangnet ontbreekt. De pijlers waarop ons vertrouwen rust blijken dan zelf onbetrouwbaar. Dan bestaat de kans dat onder druk van grote belanghebbenden, het industriële complex inclusief wat het in de slipstream meetrekt, heel andere beschermingsmechanismen worden getriggerd om de status quo te redden. Wie dus de klok luidt over een omvangrijke samenzwering met verregaande gevolgen op (inter)nationaal niveau, raakt niet alleen aan het complot maar ook aan een dieper vertrouwen in een systeem waaraan we door jarenlange welvaart een collectief vertrouwen zijn gaan ontlenen. Het moment dat dit vertrouwen wordt beschaamd genereert tal van nieuwe onzekerheden, op een schaal die voor invloedrijke partijen schadelijke consequenties kan hebben. Denk aan politieke reputaties, beslissingen die met terugwerkende kracht zinloos, schadelijk of zelfs moorddadig (oorlog) blijken, het effect op financiële markten, het bedrijfsleven, industrie, enzovoort. Kennis of informatie die ernstig conflicteert met instituties waarin we geloven en die ons beschermen, sterkt het vertrouwen in onze collectieve grondwaarden niet, integendeel. Waarmee de gretigheid om hier kennis van te nemen een stuk minder zal zijn. Door invloedrijke netwerken achter de schermen zal worden geprobeerd om boodschappers van het slechte nieuws in discrediet te brengen of schuldigen naar voren te schuiven. Eigenbelang bij het overleven van crisis werkt politieke en zakelijke coalities in de hand. Deze onderlinge belangen wegen zwaarder dan het gemeenschappelijke belang om het systeem zichzelf te laten corrigeren.
Journalisten doen er gewoon aan mee, niet omdat zij deel hebben aan enig complot, maar omdat zij passieve zelfcensuur betrachten, wetende dat een dissidente opstelling hun carrière zal schaden. Een bijzondere documentaire die dit illustreert is het Bill Moyers Journal, van het Amerikaanse PBS, met Buying the War. Deze documentaire toont hoe Amerika zich met hulp van de media in de oorlog met Irak heeft laten rommelen en de internationale gemeenschap daarin heeft meegesleept. Het 'gevaar' van groepen mensen die met hun onderzoek zo ver gaan dat fundamentele mistanden aan het licht dreigen te komen, kan simpel worden geneutraliseerd door hen te betichten van complotdenken. Het label is gulzig door de media gebruikt als argument en vonnis ineen. Complotten zijn — in klein en groot — talrijk en oud als de wereld, maar toch wordt een ieder die al onderzoekend terecht komt in een wereld van bedrog en samenzwering simpel afgeserveerd als een incompetente idioot. Het begrip is veel benauwder dan de persoon die het etiket meestal krijgt opgespeld, maar de ontwrichtende kracht ervan is groot. Iemand bombarderen tot complotdenker is een louter normatieve duiding die niets zegt over de kwaliteit van zijn of haar werk. Het middels de media monddood maken van groepen mensen door het krachtig negatief herkaderen van hun werk, is een politiek machtsinstrument van de eerste orde. Het label complotdenker is vooral zo sterk omdat de versimpeling van een complexe onderbouwing tot één enkele term aan iedereen de mogelijkheid biedt om direct 'begrepen' te worden. Daarmee groeit het label razensnel uit tot een meme, een door ieder overgenomen kreet die elke lading dekt en elke discussie overbodig maakt. Begripsvernauwing door een onwrikbare aanname gaat natuurlijk ook op voor de verstokte gelovige, idealist, communist, kapitalist en zelfs voor de atheïst, kortom elke visie die tot een doctrine vervalt. Maar terwijl die laatste classificaties verkozen kunnen zijn door betrokkene zelf, is De Complotdenker geheel overgeleverd aan hoe de-collectiviteit-hem-gedefineerd-heeft. Probeer met deze beperkende oordeelsvorming maar eens iets duidelijk te maken. Men heeft allang afgehaakt. Waarmee de bezwerende kracht van zulke labeling als succesvolle toepassing voor propaganda, pijnlijk wordt verklaard. Noem iemand een complotdenker en de persoon is uitgeschakeld, monddood en passé. Dit los van de manier hoe diegene zich inhoudelijk heeft voorbereid en los van de vraag of die persoon werkelijk een type complotdenker is. Welke bekende en wervende persoonlijkheid zou het in zijn/haar hoofd halen om zich met de 'complotdenker' te laten associëren? Het staat immers garant voor karaktermoord. Complotdenken als clichébegrip is zozeer doordrenkt van een gedeeld (collectief) oordeel dat het in staat is het kritisch vermogen moeiteloos te passeren. 'Complotdenken' als rookgordijn, niet zelden doeltreffend ingezet om mensen het zwijgen op te leggen, treft direct een diepe overtuiging, zonder dat enige reflectie of twijfel ontstaat over de juistheid van het gebruik. Maar hoewel een ieder zich aan dit wonderlijke krachtenspel van betekenissen in meer of mindere mate vertilt, is het vooral het bewuste gebruik - zeg gerust misbruik - van de verbloemende kracht van het woordcliché, waarmee in propagandistische zin wonderen kunnen worden verricht. |
---|
|
---|
Ik ontken niet dat ook onder de vele critici van de officiële 9/11 theorie, er een aantal notoire complotdenkers rondloopt. Althans, mensen bij wie het complotdenken met recht typerend mag worden genoemd.
Dit zijn niet altijd de meest geruislozen, want zij brengen een boodschap die in eigen optiek wellicht wereldreddend is, maar die vreemd genoeg vooral onderling en tegen elkaar gericht blijft. Het is deze betrekkelijk kleine en stereotiepe groep die door tegenstanders gretig wordt aangehaald om daarmee de veel grotere groep van minder luidruchtige critici negatief te associëren. Mensen zijn geneigd hun ideeën en gedachten te vormen binnen vertrekpunten die bij voorbaat zijn bepaald. Het is die mate van vooringenomenheid die uitmaakt in hoeverre personen iets geheel nieuws in overweging kunnen nemen. Mensen die de officiële theorie als ijkpunt voor hun waarheid nemen doen dat meestal niet vanuit een deskundige opstelling. Ze kiezen voor de autoriteit, adopteren daarmee stellingen en laten zich belonen met de minst confronterende werkelijkheid. Verstrengeling regeringsofficials en nieuwsmedia Door in te spelen op emoties, moraal, schuldgevoelens en vaderlandsliefde, heeft een denkmaffia van terreurdeskundigen elke poging tot kritisch denken weten te herkaderen tot een vijandige daad. Niet alleen als een teken van anti-Amerikanisme, maar ook als het bewijs van een morbide geloof in het kwade. Wie zich in de Amerikaanse pers kritisch uitliet over 9/11 werd in pek en veren gedrenkt en van verraad beschuldigd. In het gunstigste geval was zo iemand een complotdenker. De vermeende agressor werd al even effectief afgedaan als 'terrorist'. Een bezwerend label voor een onduidelijk omschreven vijand waarvan de kopstukken nog nooit zijn veroordeeld.
Terug bij de Complotdenker Terwijl sceptici van de officiële 9/11 complottheorie in de belabberde officiële verklaring lukraak gaten schieten, schreeuwen verdedigers van dit verhaal om het hardst dat deze critici moeten gaan vertellen wat er die rampzalige dag dan wel precies is gebeurd. Volgens hen moeten de zogenaamde 'truthers' met een coherente tegenverklaring, inclusief bewijslast, hun kritiek op de officiële lezing hard maken. Een bizarre eis! Van de criticus wordt een complotversie geëist die de regering van de Verenigde Staten schuldig verklaart, inclusief de bewijsvoering. Alsof dat de tol is die een criticus voor zijn kritiek verplicht is te betalen! Alsof het onvoldoende is om met gefundeerde kritiek de onjuistheden bloot te leggen in oncontroleerbare verklaringen van de overheid. Het is de officiële lezing waarbij het steeds aan onafhankelijkheid en betrouwbare bewijsvoering ontbroken heeft. Dat is de reden waarom critici een onafhankelijk onderzoek tot hun doelstelling en focus hebben gemaakt. De eis om een coherente verklaring inclusief bewijsvoering moet dan ook primair bij de overheid worden neergelegd. Dit is geen afschuiven, maar een fundamentele noodzaak aangezien de overheid niet alleen verantwoordelijk is, maar tevens beschikt over de beste faciliteiten om waarheidsvinding aan het licht te brengen. De officiële waarheid staat intussen zonder deugdelijk bewijs in het collectieve bewustzijn gegrift. De bestaande (officiële) bewijsvoering zou in elk valide strafproces geen schijn van kans maken. Maar terwijl kritiek als een natuurverschijnsel begon op te borrelen en inmiddels door velen wordt gedeeld, blijven vele anderen de oude propaganda fanatiek verdedigen en wordt inhoudelijke kritiek afgedaan als een vorm van hardnekkig complotdenken. |
---|
|
---|
|
---|